Basisdia's toevoegen en wijzigen

De dialay-outs die in de Keynote-thema's worden gebruikt, zijn gebaseerd op basisdia's. Als u aan uw presentatie een dia wilt toevoegen die bepaalde elementen bevat (zoals een titel en ondertitel, een lijst met opsommingstekens of een afbeelding), selecteert u de dialay-out die het meest overeenkomt met de gewenste lay-out. Vervang vervolgens de plaatsaanduidingen voor de elementen en breng de nodige andere wijzigingen aan. Alleen de dia in uw presentatie wordt gewijzigd; de basisdia blijft ongewijzigd.

Als u nieuwe afbeeldingen, tekst en andere objecten aan een basisdia toevoegt, worden deze objecten onderdeel van de dia-achtergrond en kunt u ze in uw presentatie niet bewerken. Als u wilt dat tekst, vormen of afbeeldingen in uw presentatie kunnen worden bewerkt, moet u er plaatsaanduidingen van maken op de basisdia.

U kunt een basisdia net zo wijzigen als een gewone dia, bijvoorbeeld de achtergrond, de weergave van tekst en de grootte van de afbeeldingen. Als u een basisdia wijzigt, wordt de wijziging doorgevoerd in alle dia's in de presentatie die op die basisdia zijn gebaseerd.

De modus 'Wijzig basisdia'

Een basisdia toevoegen

  1. Klik op 'Weergave' Knop 'Weergave' in de knoppenbalk en kies 'Wijzig basisdia's'.

  2. Voer een of meer van de volgende stappen uit:

    • Klik op de knop Knop voor een nieuwe dia in de knoppenbalk en selecteer een basisdia.

    • Selecteer in het navigatiepaneel een dia met de lay-out die overeenkomt met de gewenste lay-out en druk op de Return-toets.

  3. Klik dubbel op de naam van de basisdia in het navigatiepaneel en typ een nieuwe naam.

  4. Pas de dia naar wens aan door tekst, afbeeldingen, vormen, plaatsaanduidingen of andere objecten toe te voegen.

    Als u wilt dat objecten op een basisdia worden gelaagd met objecten die u op basis van die basisdia aan dia's toevoegt, selecteert u 'Objecten op dia mogen worden gelaagd met basisdia' in de navigatiekolom. Meer informatie over lagen vindt u in Objecten in een laag plaatsen, groeperen en vergrendelen. Als u geen navigatiekolom ziet of als deze geen aankruisvak 'Objecten op dia mogen worden gelaagd met basisdia' bevat, klikt u op Opmaakknop in de knoppenbalk.

  5. Klik op 'Gereed' onder in het diawerkgebied of klik op 'Weergave' Knop 'Weergave' in de knoppenbalk en kies 'Verlaat basisdia's' als u klaar bent met uw bewerkingen.

Een plaatsaanduiding voor tekst, afbeeldingen en vormen toevoegen

  1. Klik op 'Weergave' Knop 'Weergave' in de knoppenbalk en kies 'Wijzig basisdia's'.

  2. Selecteer de basisdia die u wilt bewerken.

  3. Voeg een tekstvak, een afbeelding, een video of een vorm aan de dia toe, breng er de gewenste aanpassingen in aan en plaats het op de gewenste plek op de basisdia.

  4. Selecteer het tekstvak, de afbeelding, de video of de vorm en selecteer vervolgens onder in de navigatiekolom 'Stel in als plaatsaanduiding voor tekst' (voor een tekstvak of vorm) of 'Stel in als plaatsaanduiding voor media' (voor een afbeelding of video).

    Als u geen navigatiekolom ziet of als deze geen aankruisvak 'Stel in als plaatsaanduiding' bevat, klikt u op Opmaakknop in de knoppenbalk.

  5. Klik op 'Gereed' onder in het diawerkgebied of klik op 'Weergave' Knop 'Weergave' in de knoppenbalk en kies 'Verlaat basisdia's' als u klaar bent met uw bewerkingen.

Een plaatsaanduiding voor een tabel of diagram toevoegen

Als u op een basisdia een plaatsaanduiding wilt aanmaken voor een tabel en diagram, voegt u een plaatsaanduiding voor een object toe. Aan elke dia die op de basisdia is gebaseerd, kunt u een tabel of diagram toevoegen. De tabel of het diagram neemt dan de grootte en positie van de plaatsaanduiding voor een object over.

  1. Klik op 'Weergave' Knop 'Weergave' in de knoppenbalk en kies 'Wijzig basisdia's'.

  2. Selecteer de basisdia die u wilt bewerken.

  3. Schakel het aankruisvak 'Plaatsaanduiding object' in de navigatiekolom in.

    Als u geen navigatiekolom ziet of als deze geen aankruisvak 'Plaatsaanduiding object' bevat, klikt u op Opmaakknop in de knoppenbalk.

Er wordt een plaatsaanduiding voor een object aan de dia toegevoegd. Deze kan in grootte en positie worden aangepast. U kunt niet meer dan één plaatsaanduiding voor een object aan een basisdia toevoegen.