Voer een van de volgende stappen uit:

• Klik op de knop  in de knoppenbalk en selecteer een dialay-out.

• Selecteer een dia in het dianavigatiepaneel en druk op de Return-toets of klik met de Option-toets ingedrukt op de knop  om nog een dia met dezelfde lay-out aan te maken.

Als u een dia aan uw presentatie hebt toegevoegd, maar een andere lay-out wilt proberen, kunt u de oorspronkelijke lay-out snel wijzigen.

1. Selecteer de dia in het navigatiepaneel.

2. Klik op de knop 'Wijzig basisdia' boven in de navigatiekolom.

   Als u geen navigatiekolom ziet of als deze geen knop 'Wijzig basisdia' bevat, klikt u op in de knoppenbalk.

3. Selecteer de gewenste dialay-out om die toe te passen.

U kunt 'Basisdia's' ook aan de knoppenbalk toevoegen, zodat u snel lay-outs kunt veranderen. Meer informatie is te vinden in De knoppenbalk aanpassen.

1. Selecteer een dia in het navigatiepaneel.

2. Klik op het driehoekje naast 'Achtergrond' in de navigatiekolom.

   Als u geen navigatiekolom ziet of als deze geen driehoekje naast 'Achtergrond' bevat, klikt u op in de knoppenbalk.

3. Klik op het venstermenu en kies een vultype.

   Tip: Kies 'Vulkleur' voor een egale kleur.

De keuzes voor achtergrondvulling zijn hetzelfde als bij het vullen van een vorm. Meer informatie over vullingen vindt u in De weergave van een object wijzigen.

• Klik dubbel op een plaatsaanduiding voor tekst en typ uw eigen tekst.

• Voer een van de volgende stappen uit:

  • Sleep vanuit de Finder een afbeelding naar de plaatsaanduiding voor de afbeelding.

  • Klik op  rechtsonder in de plaatsaanduiding voor de afbeelding en selecteer vervolgens een afbeelding uit uw iPhoto-, Aperture- of Photo Booth-bibliotheek.

• Selecteer een dia in het navigatiepaneel en druk op de Delete-toets.

  Klik op meerdere objecten terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt om deze objecten te verwijderen.