Een nieuwe presentatie krijgt een tijdelijke naam, zoals Naamloos 1, en wordt op een standaardlocatie bewaard. U kunt zelf een naam voor de presentatie opgeven en de presentatie op een andere locatie bewaren.

1. Houd de Option-toets ingedrukt terwijl u 'Archief' > 'Bewaar als' kiest (uit het Archief-menu boven in het scherm).

   Als de optie 'Bewaar als' niet wordt weergegeven, moet u zorgen dat u de Option-toets indrukt tijdens het kiezen.

2. Geef een naam op in het veld 'Bewaar als'.

3. Voer een of meer tags in (optioneel).

4. Klik op het venstermenu 'Locatie' en geef aan waar u de presentatie wilt bewaren.

   U kunt het bewaren in een map op uw Mac, op een server of in iCloud.

   Tip: Als u de gewenste locatie niet in het venstermenu ziet staan, kiest u 'Andere' voor meer opties.

5. Klik op 'Bewaar'.

Als u een presentatie bewaart in iCloud, wordt de presentatie opgeslagen op een server, niet op uw Mac. De presentatie verschijnt automatisch op uw iPad, iPhone of iPod touch (als u iCloud hebt geconfigureerd) en als u wijzigingen aanbrengt, wordt de presentatie bijgewerkt op alle computers en apparaten die bij uw iCloud-account zijn aangemeld. De iCloud Drive-map die in het dialoogvenster 'Bewaar' of 'Open' op uw Mac wordt weergegeven, is een handige manier om te weten wat er in iCloud wordt bewaard. Hiervoor moet u echter wel verbinding met het internet hebben en bij uw iCloud-account zijn ingelogd.

• Klik op de naam van de presentatie boven in het Keynote-venster en typ een nieuwe naam.

Klik buiten het dialoogvenster om het te sluiten. Een andere mogelijkheid is om de presentatie te openen, 'Archief' > 'Wijzig naam' te kiezen (uit het Archief-menu boven in het scherm) en een nieuwe naam in te voeren.

1. Kies 'Archief' > 'Dupliceer'.

   Er wordt een nieuwe presentatie geopend. Bovenin is de naam van de presentatie geselecteerd.

2. Typ een nieuwe naam.

1. Kies 'Archief' > 'Vorige versie' (uit het Archief-menu boven in het scherm) en kies 'Laatst geopend' of 'Blader door alle versies'.

   • Laatst geopend: Alle wijzigingen die u in de presentatie hebt aangebracht vanaf het moment dat u deze het laatst hebt geopend, worden verwijderd.

   • 'Blader door alle versies': De tijdlijn voor de presentatie wordt geopend. De maatstreepjes aan de rechterkant geven aan wanneer de presentatie is geopend, bewaard, gedupliceerd, vergrendeld of hersteld, of wanneer de naam van de presentatie is gewijzigd.

2. Als u 'Blader door alle versies' kiest, kunt u op de maatstreepjes langs de tijdlijn klikken om de verschillende versies weer te geven.

3. Voer een van de volgende stappen uit als u de gewenste versie hebt gevonden:

   • Om deze versie van de presentatie terug te zetten, klikt u op 'Zet terug'.

   • Om deze versie in een nieuwe presentatie te dupliceren, klikt u met de Option-toets ingedrukt op 'Zet kopie terug'.

   • Om de presentatie ongewijzigd te laten, klikt u op 'Gereed'.