1. Selecteer een cel of celbereik waarop u de notatie wilt toepassen.

2. Klik op de tab 'Cel' boven in de navigatiekolom aan de rechterkant.

   Als u aan de rechterkant geen navigatiekolom ziet of als deze geen tab 'Cel' bevat, klikt u op in de knoppenbalk.

3. Klik op het venstermenu 'Gegevensnotatie' en kies 'Maak aangepaste notatie aan'.

4. Typ een naam voor uw notatie, klik op het venstermenu 'Type' en kies 'Getal'

5. Voer een of meer van de volgende stappen uit om de notatie op te geven:

   • Typ tekst in het veld. De tekst die u typt, wordt in de cel weergegeven.

   • Sleep tokens naar het veld voor een aangepaste notatie. Een token vertegenwoordigt het type gegevens dat u in een cel wilt invoeren. Als u bijvoorbeeld Belgische postcodes invoert in een aangepaste notatie, kunt u een token gebruiken voor een geheel getal met vier cijfers.

     U kunt ook de volgorde van de tokens binnen het veld wijzigen door de tokens te slepen.

   • Pas een token-element aan. Klik op de pijl op een token om opmaakopties weer te geven, zoals het type valutasymbool of het aantal cijfers achter de komma dat moet worden weergegeven.

     

   • U kunt maximaal drie regels toevoegen om een cel op te maken op basis van de specifieke voorwaarden die u opgeeft.

     In het onderstaande voorbeeld worden alle positieve getallen die u invoert weergegeven als een telefoonnummer met het netnummer (952). Als u "5555103" in een cel typt, kan dit automatisch worden weergegeven als "(952) 555-5103". Als u "0" in een cel typt, kan in de cel de tekst "Geen nummer bekend" worden weergegeven.

     

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Klik op de tab 'Cel' boven in de navigatiekolom aan de rechterkant.

   Als u aan de rechterkant geen navigatiekolom ziet of als deze geen tab 'Cel' bevat, klikt u op in de knoppenbalk.

3. Klik op het venstermenu 'Gegevensnotatie' en kies 'Maak aangepaste notatie aan'.

4. Typ een naam voor uw notatie, klik op het venstermenu 'Type' en kies 'Datum en tijd'.

5. Voer een of meer van de volgende stappen uit om uw aangepaste notatie te definiëren:

   • Typ tekst in het veld. De tekst die u typt, wordt in de cel weergegeven.

   • Sleep tokens naar het veld voor een aangepaste notatie. Een token vertegenwoordigt het type gegevens dat u in een cel wilt invoeren.

     U kunt ook de volgorde van de tokens binnen het veld wijzigen door de tokens te slepen.

   • Pas een token-element aan. Klik op de pijl op een token om notatieopties voor de gegevens weer te geven.

     In het onderstaande voorbeeld wordt een token voor de dag van het jaar ("5") en aangepaste tekst gebruikt. Als u vervolgens "25/2/2014" in een cel typt, wordt in de cel "56 dagen na het begin van het jaar" weergegeven.

     

Datum- en tijdnotaties worden op een cel toegepast als u een waarde invoert die een koppelteken (-) of een schuine streep (/), zoals "1/4/2014", bevat.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Klik op de tab 'Cel' boven in de navigatiekolom aan de rechterkant.

   Als u aan de rechterkant geen navigatiekolom ziet of als deze geen tab 'Cel' bevat, klikt u op in de knoppenbalk.

3. Klik op het venstermenu 'Gegevensnotatie' en kies 'Maak aangepaste notatie aan'.

4. Typ een naam voor uw notatie, klik op het venstermenu 'Type' en kies 'Tekst'.

5. Typ in het tekstveld de tekst die u automatisch wilt weergeven in elke cel waarvoor deze notatie wordt gebruikt. Het blauwe teksttoken vertegenwoordigt de tekst die u in een tabelcel typt.

In het onderstaande voorbeeld wordt 'Klant informeren:' weergegeven vóór alle tekst die u in een cel typt. Als u "Adres moet worden bijgewerkt" in de tabelcel typt, verschijnt in de cel de tekst "Klant informeren: Adres moet worden bijgewerkt".