Presenteren op een apart beeldscherm
Als u de presentatie op een apart scherm wilt weergeven, kunt u uw computer via AirPlay aansluiten op een projector of Apple TV. De presentatie wordt op het aangesloten scherm afgespeeld, terwijl op uw computer de presentatorweergave actief is. U kunt de presentatorweergave zodanig instellen dat een willekeurige combinatie wordt weergegeven van dia's, notities van de presentator, een klok en een timer.
Als u met Apple TV werkt en synchrone weergave gebruikt op uw beeldscherm, is de presentatorweergave niet te zien op uw Mac.
Presenteren op een apart beeldscherm
Sluit met behulp van AirPlay of een videoadapter een extern beeldscherm op uw computer aan.
-
Klik op in de knoppenbalk op uw Mac.
Uw presentatie wordt gestart en op uw apparaat schakelt Keynote over op de presentatorweergave op uw Mac. De presentatie wordt afgespeeld op het andere beeldscherm.
Er wordt een rode balk weergegeven boven aan de presentatorweergave tijdens het afspelen van een animatie of overgang. (Als de volgende dia niet meteen wordt weergegeven bij weergave van de dia's naast elkaar, betekent dit dat een overgang of animatie op de huidige dia nog niet is voltooid. De volgende dia verschijnt pas als deze daadwerkelijk in de presentatie kan worden weergegeven.)
Druk op de Pijl-rechts-toets of op de spatiebalk om naar de volgende objectanimatie of dia te gaan.
Om de presentatorweergave aan te passen met andere onderdelen en een andere lay-out, klikt u op .
Druk op Esc om de presentatie te verlaten.
Om snel te wisselen tussen de diavoorstellingweergave (waar de presentatie wordt afgespeeld) en de presentatorweergave, drukt u op de X-toets op het toetsenbord.
Presenteren met drie of meer beeldschermen
Als u twee of meer externe beeldschermen op uw Mac hebt aangesloten, kunt u instellen op welk beeldscherm uw presentatie wordt afgespeeld. De andere weergaven worden presentatorweergaven, waarvan u de lay-out kunt wijzigen.
Sluit twee of meer externe beeldschermen op uw computer aan.
-
Klik op in de knoppenbalk op uw Mac.
Uw presentatie wordt gestart op een van de externe beeldschermen. Op de andere externe schermen en uw Mac wordt de presentatorweergave getoond.
-
Om te wijzigen wat er op de schermen wordt weergegeven, klikt u op in een van de presentatorweergaven, klikt u onder elke weergave op 'Configureer' en voert u een of meer van de volgende stappen uit:
De presentatie op het scherm weergeven: Klik op 'Toon diavoorstelling'.
De presentatie op het scherm stoppen: Klik op 'Toon presentatorscherm'.
-
De onderdelen van een presentatorweergave wijzigen: Kies in de lijst die wordt getoond een combinatie van opties om te configureren wat in de weergave wordt weergegeven.
Terwijl uw publiek de diavoorstelling op een bepaald beeldscherm bekijkt, kunt u bijvoorbeeld de notities van de presentator op het primaire beeldscherm weergeven en de huidige en volgende dia's op een derde beeldscherm.
De lay-out van onderdelen van een presentatorweergave aanpassen: Klik op 'Pas presentatorscherm aan' en breng de gewenste wijzigingen aan.
Klik op 'Gereed'.
Als u op klikt, worden er miniatuurafbeeldingen van maximaal zes aangesloten schermen weergegeven. Het primaire presentatorscherm heeft een ster naast de naam en het label 'Primaire beeldscherm' Ook ziet u de knoppenbalk en het navigatiepaneel van het presentatorscherm, waarmee u naar een andere dia kunt gaan.
De presentatorweergave aanpassen
U kunt onderdelen selecteren die u in de presentatorweergave wilt weergegeven en u kunt de lay-out van de presentatorweergave wijzigen.
-
Klik op in de rechterbovenhoek van de presentatorweergave.
Er wordt een lijst met opties weergegeven: Als u onderdelen op het scherm wilt weergeven of verbergen, selecteert of deselecteert u de bijbehorende opties. Klik vervolgens op om het afspelen van de presentatie voort te zetten. Om de lay-out van onderdelen op het scherm aan te passen, klikt u op 'Pas presentatorscherm aan' en voert u een of meer van de volgende handelingen uit.
Als het dialoogvenster 'Pas presentatorscherm aan' wordt weergegeven: Voer een van de volgende stappen uit en klik op 'OK' (of druk op Esc) om de presentatie voort te zetten:
Onderdelen tonen of verbergen: Selecteer of deselecteer onderdelen in het dialoogvenster.
-
Een onderdeel in de presentatorweergave verplaatsen: Sleep het onderdeel.
Wanneer u een dia verplaatst, wordt het bijbehorende label automatisch ook verplaatst. Als u alleen een label wilt verplaatsen, en niet de bijbehorende dia, sleept u alleen het label. Om meerdere onderdelen tegelijkertijd te slepen, klikt u terwijl u op de Command- of Shift-toets drukt en sleept u de onderdelen.
-
De grootte van een onderdeel in de presentatorweergave wijzigen: Een selectiegreep slepen.
De grootte van de klok, timer en labels wordt altijd vanuit het midden en met handhaving van de oorspronkelijke verhouding gewijzigd.
Om de grootte van een dia, het venster met notities van de presentator of de aanduiding dat de presentatie kan worden voortgezet te wijzigen en de verhouding te handhaven, houdt u de Shift-toets ingedrukt tijdens het slepen. Om de grootte van een van deze onderdelen vanuit het midden te wijzigen, houdt u de Option-toets ingedrukt tijdens het slepen. Om de grootte van een van deze onderdelen vanuit het midden proportioneel te wijzigen, houdt u de Shift- en de Option-toets ingedrukt tijdens het slepen.
De positie van de onderdelen in de presentatorweergave automatisch laten bepalen: Klik in het dialoogvenster op 'Gebruik automatische lay-out'.
Als u een onderdeel verplaatst of de grootte ervan wijzigt en op klikt, wordt het dialoogvenster 'Pas presentatorscherm aan' weergegeven in plaats van de lijst met opties.
U kunt het dialoogvenster 'Pas presentatorscherm aan' ook weergeven via 'Speel af' > 'Pas presentatorscherm aan' (uit het Speel af-menu boven in het scherm).